Alles wat leeft heeft voldoende voedsel nodig om te bestaan. Daarop bestaan geen uitzonderingen. Het voedsel van dieren is plantaardig of dierlijk, het voedsel van planten bestaat uit mineralen, andere planten(resten) en insecten. In natuurlijk opzicht zijn mensen ook een deel van de natuur. Het bewustzijn van alles wat leeft bestaat uit emoties (gevoelens) en kennis. Mensen hebben sterk de neiging om gevoelens te onderdrukken en kennis voor kennisneming aan te nemen. Nou, en? Tsja.
Wat groeit of leeft daar in NIeuwegein? Vraag je je wel eens af wat dat nu weer voor plant of onkruid is in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar kruipt of vliegt? De Nieuwegeinse natuurliefhebber Udo Tenge beschrijft iedere week een plantje, zwammetje of beestje dat je ergens kunt tegenkomen.
Deze keer laat Udo weten: ‘Van nature komt er in ons opgehoogde moeras geen enkele conifeer voor, maar er staan wel allerlei aangeplante coniferen, kanjers als de moerascipres en ukkies als een soort mini jeneverbes. Maar zelfs dat miniboompje kan nog uitgroeien tot een flinke plant. Enfin, in Nieuwegein staan verschillende coniferen, verspreid over de hele gemeente.’

Udo: ‘Ze zijn er wel en tegen de kerst zelfs heel veel maar van nature komen zijn niet voor in Nieuwegein.’
‘Tot niet zo heel lang geleden was een kerstboom in Nieuwegein en de rest van Nederland een fijnspar, een boom met meestal een kaarsrechte stam, met een echte kerstgeur en vol met korte, venijnig gepunte naalden en een zeer korte levensduur. Meestal had de kerstboom geen wortels en zat op een houten kruis om zich (enigszins) staande te houden. Daarom werden ze ook geleverd “met kluit”: dat leverde een langere “levensduur” mits die kluit vochtig werd gehouden en in een emmer was geplaatst. Na nieuwjaar werd zo’n boom vaak in een tuin geplant en groeide soms nog uit tot een omvang die niet paste in de tuin waarin de “met- kluit-boom” was geplant.’
‘Dat was dus de fijnspar. Tegenwoordig is de kerstboom een boom van de soort Nordmann, ook een spar maar met nog mooiere blauwachtige naalden die niet zo prikken.’
‘De meest bekende “vruchten” van coniferen zien er uit als “denappels” en verschillen vooral in grootte, naar gelang de soort den. Dezelfde soort vruchten groeien aan sparren, maar dan in de vorm van een sigaar met schubben.’
‘De coniferen die af en toe in de Nieuwegeinse tuinen geplant zijn, zijn soms inheems in Nederland. De venijnboom (taxus) wordt vaak in een rij als haag geplant. Het is een wat struikerige boom met meerdere stammen en rode schijnbessen in plaats van “denappeltjes”. De naalden zijn klein en staan dicht op elkaar zacht en giftig te wezen en ook de besjes zijn giftig. Niet te adviseren in een tuin met kleine kinderen of paarden, dus. Heel anders dan een spar of een den. In Schotland staat een taxus die geschat wordt op + 7000 jaar.’
‘Soms staat er ook een jeneverbessoort in een tuin, in vaak een dwergvorm. De inheemse soort is een fraaie, niet zo grote, cipresvormige boom met korte, prikkende naalden en staat vaak wijd uiteen in een heideveld (Nee, niet in Nieuwegein). De blauwe bessen met een lichte waas zijn “eetbaar”, maar kunnen beter als smaakmaker voor jenever gereserveerd worden.’
‘Er staan in Nieuwegein naast de al genoemde kerstbomen hier en daar ook nog wat dennen in tuinen, en ooit werden er her en der Libanonceders geplant. Die ceders zijn heel fraai, met een open kruin en een groeikracht waar je u tegen zegt. Dat laatste is de oorzaak dat in Nieuwegein die bomen niet zo oud worden als ze in Libanon wel kunnen of konden zijn…’
‘Er staan in Nieuwegein meerdere coniferen uit Amerika en uit Oost-Azië. Prachtige, snel groeiende bomen met een soort zachte, platte naalden die in de herfst een soort rood kleuren voor het afvallen en in het voorjaar weer nieuwe vormen. De meest bekende heet moerascipres en staat in park Oudegein met zijn voeten in het water mooi en apart te wezen.’
‘Tenslotte staan er enkele tempelbomen in park Oudegein die waaiervormige bladeren hebben. Het blad heeft geen vertakte nerven en lijkt als een blad uit een reeks naalden gevormd te zijn. Verder zijn deze bomen mannelijk of vrouwelijk. De vrouwelijke vormen rode bessen, die verschrikkelijk stinken (!). Daarom zijn geplante tempelbomen altijd mannelijk.’
‘In Nieuwegein staan op vrij veel plaatsen verschillende soorten cipressen. De vorm van deze bomen is cipresvormig, soms zo ongeveer zoals een Italiaanse populier. Ze worden vaak in een haag of afscheiding geplant maar ze groeien! Ze hebben geen naalden en het groen wordt als bladeren aangeduid. Het zijn geen naalden en geen bladeren, maar vertakte rijtjes van schubachtige partikeltjes die in de herfst niet afvallen. Toch zijn het coniferen en dat is te zien als ze “denappeltjes” hebben gevormd ter grootte van een knikker.’
Ontdek meer van De Digitale Stad Nieuwegein
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.